WONEN IN ITALIË – C.. (corona) met peren

De hele middag in de keuken gestaan. Alleen maar om een taart en een soepje te maken. Morgen komen twee vriendinnen hier uit het dorp bij me eten. Wat benijd ik vrouwen die dat zo even doen, een taart bakken.

Bij mij lijkt het wel een militaire oefening. Eerst het recept goed lezen. Dan alle ingrediënten klaarzetten. Aanrecht ontruimen om het deeg te kunnen uitrollen. Ik begin. In no time plakt het deeg aan m'n handen, zit 't in m'n haar. Maar ik ga door.

Eieren splitsen, daar ben ik goed in. De bal deeg uitrollen over een met meel bestoven aanrecht. Ik moet hoesten van de wolken meel. Uiteindelijk komt het deeg in de taartvorm. Een uur later heb ik een pracht van een perentaart. Toch meer oefenen.

Het is opeens echt herfst. Tenminste voor mijn gevoel. Overdag zakt de temperatuur naar 12 graden, 's nachts naar 5, 6 graden. En dat half oktober. Ik kan er niet aan wennen. Ik neem soms zelfs al een warm waterkruik mee naar bed.

De klimop kleurt rood, bruin en geel, net als de heuvels om me heen. Vanuit mijn tuin hoor ik voortdurend het geknal van de jagers. Het is oktober en dan mag er ook weer gejaagd worden. Op de tuintafel staat een chrysant, een echte herfstplant.

Bruno komt voor de laatste keer het gras maaien. Ook snoeit ie de vlierbes en de frambozen. Ik pak mijn acapantussen in voor de winter en mijn twee fichi d'india. Ik sluit de buitenkraan af en bedek m'n houtstapel met het daarvoor bestemde plastic kleed.

Gelukkig blijft het zonnig zodat ik 's middags als de zon op z'n warmst is toch nog even buiten kan zitten. Ik zie, ik denk zoals iedereen, een beetje op tegen deze winter. De covid-besmettingen lopen overal op, de Europese regeringen komen met nieuwe maatregelen.

De laatste maatregelen hier raken mij niet zo erg. Na tien uur 's avonds kom je mij hoogst zelden nog in het uitgaanscircuit tegen. Ik vind het ellendigste het mondkapje in de open lucht. Het maakt dat je zo snel mogelijk je boodschappen doet en dan weer gauw naar huis gaat.

Zaterdagavond onverwacht een hele vrolijke ongecompliceerde avond. "Kom je pizza eten?" Had Grazia gevraagd. "Elise, Markus en Gladys komen ook eten". Dat zijn haar dochter, schoonzoon en kleindochter.

Na het eten kwamen er opeens Bingo-kaarten op tafel oftewel Tombola, zoals het hier heet. Natuurlijk deden we allemaal mee. Gladys (8 jaar) las nummers voor die ze uit een zak opdiepte.

Bij iedere volle kaart schalde het "tombolaaaa" door de kamer. Grazia en ik hadden moeite de 3, de 6 en de 8 van elkaar te onderscheiden, maar gelukkig kwam Gladys ons met haar jonge ogen te hulp. Een borrel of een wijntje is er op zo'n avond niet bij. En dat blijft wennen, we hadden allemaal een glaasje water bij ons staan. Bij het eten werd even daarvoor wel wijn of bier gedronken, maar zomaar drinken....nee geen denken aan.

Markus die half-Argentijns is heeft nu al een jaar zijn moeder niet gezien. Angela overwintert altijd in La Plata in Argentinië maar kon dit voorjaar niet terugkomen ivm de covid-pandemie. En voorlopig ziet het er nog steeds niet naar uit dat ze binnenkort kan terugvliegen.

De toekomst is ongewis. Voor ons allemaal. We zullen tegen de stroom in toch van iedere dag iets moeten maken. "Wij gaan spelletjes met de buren doen" vertelde een goeie vriend me gisteravond aan de telefoon vanuit Amsterdam.

Op facebook trof me de volgende tekst die Ornella op haar tijdlijn had geschreven:

"O wat kan ik naar het moment verlangen waarin we tegen elkaar zullen zeggen: Weet je nog het coronavirus? Herinner je je nog dat je elkaar toen niet eens een hand kon geven?"

Zover komt het. Nog even doorbijten.



  • De beslissing
  • Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.